Ga naar de inhoud

Duurzaam onderwijs - Ontwerpprincipes

Hieronder een korte toelichting bij de twaalf ontwerpprincipes voor duurzaam onderwijs. Het zijn twaalf startpunten voor een gesprek, met jezelf en/of anderen, over het doel en de waarde(n) van onderwijs en hoe je daar constructief aan kunt werken.

In welke mate leef je vanuit een onderzoekende basishouding?

Patroonherkenning kan je oefenen. Wat je daar van leert, kan je gebruiken om jezelf en anderen beter te begrijpen en dus doelgerichter te kunnen handelen. Zo kom je al doende tot flexibiliteit, veerkracht en sensitiviteit.

Let ook op veranderingen. Iets wat eerder werkte, hoeft niet altijd te blijven werken. Of misschien werkt hier en nu iets anders beter.

 

Hoe kan je in de magic zone leren en werken?

Onderwijs wordt door mensen gemaakt en gevolgd en dus is het een goed idee daarbij rekening te houden met hoe mensen nu eenmaal functioneren. Om tot constructief leren te komen, moeten mensen zich veilig en uitgenodigd of uitgedaagd voelen om uit de comfort zone in de magic zone te stappen. Docenten moeten dus comfort zones EN magic zones creëren voor hun leerlingen/studenten. En voor zichzelf, zodat ze het goede voorbeeld geven. Collega-docenten en andere onderwijscollega’s maken met en voor elkaar een omgeving waarin energie goed gericht gebruikt en vastgehouden wordt.

Het helpt als er veel aandacht is voor feedforward, feedback, formatief toetsen, reflectie en leren leren.

 

Wanneer vind je dat je (genoeg) je best hebt gedaan?

Probeer het zo te doen dat je ofwel met je handelend ik ofwel met je bezielde zelf aan het einde van de dag tevreden kunt zijn. Natuurlijk is het fijn als je iets groots of belangrijks hebt kunnen doen, maar het zit toch ook en vooral in de kleine dingen. Gewoon iets wat moest gebeuren en wat je misschien een stomme klus vond of niet durfde, maar wat je wel hebt gedaan. En soms heb je iets kunnen doen waar je echt blij van werd en wat je veel voldoening geeft. Iedere nieuwe dag biedt nieuwe kansen.

Hoe help je jezelf en anderen leren en groeien?

Dit is een specieke, gerichte en zeer waardevolle vorm van de onderzoekende basishouding, complementair aan patroonherkenning en interactie. Vanwege de angst om niet goed genoeg te zijn en wat anderen zullen denken, kan het spannend en confronterend zijn om feedback te krijgen. Het vraagt een veilige omgeving, oftewel zorg voor juiste energie, waarin goed met angst omgegaan wordt en ieder wordt geaccepteerd zoals zij/hij is. Zelfregulatie en feedback helpen het algemene leervermogen vergroten.

Hoe kun je (menselijke) energie en materiaal zo goed mogelijk gebruiken en hergebruiken?

Denk na over duurzaamheid. De kunst is je tijd en energie handig en goed te gebruiken. Hoe kan je het zo doen dat je niet alleen vandaag, maar ook later iets hebt aan wat je vandaag doet?

Dingen die daar bij helpen:

  • Voor elkaar zorgen
  • Genoeg pauze nemen
  • Gebruik waar mogelijk dakpanconstructies: laat leerlingen/studenten elkaar helpen, ontwerp en bewaar onderwijsmateriaal zo dat je het kunt hergebruiken, laat collega’s met weinig en veel ervaring elkaar helpen

 

Hoe kan je meer doen met minder?

Rommel hoort er bij, maar leer alle vormen van fysieke en mentale rommel opruimen en leer balanceren met alle belangen en behoeften en van jezelf en anderen.

Mentale rommel, vooral je eigen mentale rommel, is moeilijker te herkennen dan speelgoed of wasgoed wat is blijven liggen. Je moet het leren zien en opruimen door te oefenen met patroonherkenning, zelfregulatie en liefst ook feedback van anderen  (met sensitiviteit voor wie jij bent en de situatie).

Stop geen tijd en energie in onnodige franje die alleen maar afleidt. Afleiding en lol kunnen heel zinvol zijn, als ze linksom of rechtsom bijdragen aan het proces en/of het resultaat. Wees kritisch op wat nodig en helpend is. Een focus op zingeving en relaties helpt daar bij.

Hoe kan je voorspelbaarheid (comfort zone) balanceren met flexibiliteit en creativiteit (magic zone)?

Dit is het structuurgevende ontwerpprincipe. Het geeft richting, houvast en duidelijkheid. Dit geeft het leerproces, het werken vanuit een onderzoekende basishouding aan flexibiliteit, veerkracht en sensitiviteit vorm en maakt het mogelijk waar nodig of wenselijk de ontdekkingsreis bij te sturen.

Op welke manieren pak jij het integraal aan en creëer je verbondenheid?

Alles is verbondenheid. Zie de verbindingen en gebruik ze handig. Hier zijn de rand-voorwaarden Veiligheid/Angst/Acceptatie en Constructieve communicatie extra van belang. De ander willen begrijpen en samen (willen) werken maken integratie mogelijk. Leerervaringen waarin verschillende soorten kennis, vaardigheden en mensen samenkomen zijn, mits goed ontworpen en geplaatst in het curriculum, rijker dan geïsoleerde oefeningen. Die kunnen heel goed een functie hebben in leerprocessen, maar uiteindelijk wil je kennis en vaardigheden creatief, flexibel en sensitief in kunnen zetten.

Hoe houd jij het klein?

Leren gaat het beste door je tijd, aandacht en energie ten dienste te stellen van het leerproces. Het resultaat is duurzamer als het proces goed was. Onderwijs gaat over leerprocessen, niet over het afvinken van het resultaat van leerprocessen. Laten we dus geduld met elkaar hebben en aandacht voor wat nodig is om de leerprocessen duurzaam te laten gebeuren.

Werk in het hier en nu vanuit vertrouwen. Als alle tot nu toe behandelde ontwerp-principes goed genoeg zijn toegepast, hebben leerlingen/studenten, docenten en andere onderwijswerkers vertrouwen in zichzelf en elkaar en kunnen ze samen in een passend tempo aan de gestelde doelen werken.

Het zijn echt de kleine dingen die het doen. Laten we de rust nemen om ze te laten ontstaan, te ervaren en er van te leren.

Hoe leer jij van diversiteit?

Biologische systemen maken altijd golfbewegingen, dus het is handig om daar mee om te leren gaan. Een beetje leuk in het midden blijven, werkt meestal het prettigst. Diversiteit IS flexibiliteit, veerkracht en sensitiviteit, het twaalfde ontwerprincipe en het WAARTOE onderwijs opleidt. Natuurlijk moeten we af en toe bepaalde zaken vereenvoudigen en overzichtelijk maken, maar laten we vooral ook de complexiteit van het leven waarderen en er mee om leren gaan, in vrijheid en verantwoordelijkheid. Het vraagt een groot observatie- en interactievermogen, het vraagt het vermogen om patronen en details te onderscheiden en die handig te gebruiken in onderwijsontwerp. Als dat goed lukt, lukt het ook om veel te leren over perspectiefwisseling, over het omgaan met vrijheid en verantwoordelijkheid, voor je eigen handelen en voor de ander.

Wat helpt jou bij het balanceren en schakelen?

Hier zit de balans in van het schakelen tussen belangen en invalshoeken, dit gaat over de contrasten die diversiteit biedt. Schakelen is heel handige vaardigheid. Schakelen tussen perspectieven, activiteiten, belangen, prioriteiten, rollen, ritmes, handelend ik en bezielde zelf, ik en de ander, geven en ontvangen. Ook hier draagt constructieve communicatie het proces en bepaalt het de kwaliteit van het proces en het resultaat.

Dit is proces & resultaat, hier komt alles in samen. Dit is waar het om gaat, dit is geleefde en levende duurzaamheid.

Hoe ga je dat samen vorm geven?